Overzicht kengetallen
Kengetallen
Via de kengetallen in de begroting wordt inzicht verkregen in de financiële positie en de exploitatieruimte van de gemeente. De kengetallen geven de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de gemeente weer en dragen bij aan een verantwoorde oordeelvorming over de positie van de gemeente.
Er zijn vijf kengetallen die het BBV voorschrijft en zijn genoemd in onderstaande tabel. Verder in de paragraaf is een toelichting op de kengetallen gegeven.
De kengetallen vloeien voort uit de voorziene geprognosticeerde balans van 2024 en het meerjarig perspectief. In kleur is de norm aangegeven uit het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK 2020 Gemeenten) dat door de provincie wordt gehanteerd voor het interbestuurlijk toezicht.
De betekenis van de kleuren zijn:
Groen : voldoende,
Oranje: matig,
Rood : onvoldoende.
Kengetal | Signaleringswaarden Provincie | Rekening | Begroting | Begroting | Meerjarenbegroting | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
minst risicovol | neutraal | meest risicovol | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||||||
Netto schuldquote | <90% | 90-130% | >130% | 20% | 56% | 66% | 95% | 101% | 96% | ||||||
Netto schuldquote, gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | <90% | 90-130% | >130% | 19% | 55% | 65% | 93% | 100% | 94% | ||||||
Solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% | 53% | 40% | 34% | 25% | 25% | 25% | ||||||
Grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% | 2% | 3% | 4% | 1% | 1% | 0% | ||||||
Structurele exploitatieruimte | >0% | 0% | <0% | 11,4% | 1,3% | 0,8% | 2,4% | -0,7% | 0,2% | ||||||
Belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% | 113% | 108% | 107% |
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Het kengetal netto schuldquote, ook wel netto-schuld geeft aan hoe hoog de schuldenlast is ten opzichte van de eigen middelen of baten. De verhouding zegt het meest over de financiële vermogenspositie van de gemeente. Het geeft aan of er investeringsruimte is of niet. Ook zegt de netto schuldquote iets over de flexibiliteit van de begroting. Hoe hoger de schuld is hoe meer kapitaallasten er zijn (rente en aflossing), waardoor een begroting minder flexibel wordt. De netto schuldquote geeft daarmee wat de invloed is van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge schuld kan echter ook worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten, die vervolgens worden doorgeleend aan instellingen, die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Om inzicht te krijgen in de mate waarin sprake is van doorlenen, wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Zie hiervoor de regel netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen in de tabel.
Uit de netto schuldquote blijkt dat onze financieringspositie gunstig is. Dit betekent dat onze schuldenlast relatief beperkt is en wij goed aan onze verplichtingen van rente en aflossing kunnen voldoen. Neder-Betuwe gaat de komende jaren fors investeren, wat leidt tot een toename van de verhouding netto schuldquote. Dit verklaart ook de toename van het kengetal.
Bij de begroting en het meerjarig perspectief wordt het percentage bepaald over de begrote (benodigde) schuldenlast.
Verhouding tussen vreemd en eigen vermogen (solvabiliteitsratio)
De solvabiliteitsratio geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen is (het financiële kengetal solvabiliteitsratio) des te gezonder de gemeente is.
Het provinciaal toezichtkader op gemeenten geeft aan dat wanneer 50% van het totaal vermogen uit eigen vermogen bestaat, de gemeente in de categorie 'minst risico' valt. Is het kengetal voor solvabiliteit kleiner dan 20%, dan is er veel vreemd vermogen aanwezig, wat wordt aangeduid als meest risico.
Neder Betuwe heeft een solvabiliteitsratio voor 2024 tot en met 2027 een laag percentage. De oorzaak van het verschil in percentage tussen de jaarstukken en de begroting, alsmede het meerjarig perspectief ligt erin dat bij de jaarstukken het percentage bepaald wordt over de werkelijk aanwezige schuldenlast en bij de begroting en meerjarenraming over de begrote (benodigde) schuldenlast. De gecalculeerde schuldenlast (is vreemd vermogen) voor nieuw beleid, nieuwe ontwikkelingen en ambities blijkt op rekeningbasis niet volledig benut. Dit vindt zijn oorzaak in de vertragingen van de uitvoering.
Grondexploitatie
Het kengetal 'grondexploitatie' geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Wanneer een gemeente grond tegen een lagere prijs van landbouwgrond heeft aangekocht, loopt ze veel minder risico dan wanneer er dure grond is aangekocht en de vraag naar woningen is gestagneerd. Het bepalen van een norm voor het kengetal 'grondexploitatie' is lastig. De boekwaarde van de gronden in bezit zegt namelijk niets over de relatie tussen de vraag en het aanbod van woningbouw of bedrijventerrein. Maatwerk is hiervoor nodig. Dat wil onder andere zeggen: hoeveel woningen of bedrijventerrein er zijn gepland, van welk type en op welke plek. Daarnaast is het van wezenlijk belang wat de te verwachten vraag is. Dit vergt meer onderzoek dan naar voren komt in het genoemde kengetal. De boekwaarde van de gronden geeft aan of een gemeente veel heeft geïnvesteerd in haar grondexploitatie. Dit geld moet namelijk terugverdiend worden. Het kengetal neemt de komende jaren af in verband met de afwikkeling van diverse grondposities.
Structurele exploitatieruimte
Het kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Om voor de categorie 'minst risico' in aanmerking te komen moet dit percentage hoger zijn dan nul.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de ruimte die de gemeente nog heeft binnen de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing) de tarieven nog te laten stijgen. De definitie van het kengetal is: woonlasten van een meerpersoonshuishouden in jaar t (het begrotingsjaar) ten opzichte van het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (het jaar vóór het begrotingsjaar) uitgedrukt in een percentage.
De lokale lastendruk in Neder-Betuwe ligt hoger dan het landelijk gemiddelde, echter er is wel een daling ingezet. Het COELO publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten.
De gemeentelijke belastingen, die voor de inwoners de woonlasten vormen, zijn naast de rijksbijdragen de belangrijkste baten voor de gemeente. Om te kunnen bepalen of Neder-Betuwe nog ruimte heeft om de belastingen te verhogen is het nodig om na te gaan in hoeverre de afvalstoffen- en rioolheffingen kostendekkend zijn en hoe het OZB-tarief zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Ook de gemiddelde WOZ-waarde is voor het tarief van de OZB een belangrijke factor. De riool- en afvalstoffenheffingen zijn 100 procent kostendekkend. Bij het vaststellen van het OZB-tarief is ook de structurele exploitatieruimte van belang. Zie hiervoor. Het verhogen van het OZB-tarief blijft een politieke keuze.
Algemeen beeld
De financiële positie van de gemeente is gezond en goed te noemen. De solvabiliteit daalt in de toekomst en dit komt doordat het vreemde vermogen stijgt door extra leningen die nodig zijn om de toekomstige ambities te kunnen financieren.
Dat er in de toekomst meer geleend moet worden om ambities waar te maken is ook zichtbaar bij de ratio's van de netto schuldquote. De netto schuldquote stijgt gestaag in de komende begrotingsjaren en dit wordt veroorzaakt door het feit dat er extra leningen nodig zijn om de ambities (investeringen) te financieren. Als gevolg hiervan houden wij de schuldpositie van de gemeente in het oog en gaan we pas over tot het aangaan van leningen indien dit noodzakelijk is. Het gevolg is dat enkele kengetallen in de toekomst van groen omslaan naar oranje.